Meer weten?
Vul het contactformulier in en we nemen contact met je op!
Je groeit er als kind mee op zonder dat je het echt doorhebt. Dat je vader ondernemer is en dat zijn bedrijf eigenlijk een soort extra gezinslid is. Voor ons, Amy, Fabian, mama en papa, is JDS en later Plan-IT, altijd deel geweest van ons leven. Niet als iets ingewikkelds, maar als iets wat er gewoon was. Aan tafel, in de vakantiekoffer, zelfs bij opa en oma thuis, waar het ooit allemaal begon.
Bij opa en oma beneden werd gewerkt. Soms stond het van de hal tot in de keuken vol met dozen. Wij lunchten daar regelmatig mee met papa en zijn collega’s. Voor ons voelde het heel normaal. Gezellig zelfs. Je hoorde een beetje bij de club.
Soms zaten we op vakantie ergens in de zon en ging de telefoon van papa. Of er was ‘s nachts ineens storing en moest hij nog iets oplossen. En ja, de laptop ging steevast mee. Maar het voelde nooit alsof hij er niet bij was. Juist omdat hij zo goed wist waar de balans lag. Hij was er altijd op de momenten die ertoe deden, langs het voetbalveld van Fabian, bij optredens, bij etentjes. Mama zorgde thuis voor rust en overzicht. Ze werkte zelf ook, maar ze wist precies wat wij nodig hadden. Samen waren ze een sterk team en dat voelden wij.
Papa heeft een tomeloze energie. Hij komt thuis met ideeën, verhalen, plannen. Zelfs na een lange dag. Wat indruk maakt, is hoe hij omgaat met tegenslagen. Als iets tegenzit, blijft hij niet hangen. Hij kijkt vooruit. “Oké, dit werkt niet. Wat kan er wél?” Die houding werkt aanstekelijk. We hebben dat als kinderen echt opgepikt.
We denken vaak terug aan momenten die misschien klein lijken, maar veel betekenden. Zoals toen ik (Amy) in groep 7 mijn spreekbeurt gaf over JDS. Het was mijn eigen idee. Ik wilde heel graag vertellen over papa’s bedrijf. Het hele lokaal had ik versierd met vlaggetjes en JDS-logo’s, ik had een veel te grote blouse van papa aan en daar stond hij dan, achter in de klas, trots te kijken, te wachten op het moment dat hij vragen mocht beantwoorden. Als ik daar nu op terugkijk, besef ik hoeveel trots er toen al in zat.
Papa heeft ons nooit gestuurd in een bepaalde richting. Nooit druk gevoeld om “iets met het bedrijf” te doen. Wat hij ons wel heeft meegegeven, is zoek iets wat je écht leuk vindt. En daar leeft hij zelf ook voor. Op een gegeven moment wist hij precies welke taken hem energie gaven en welke niet en toen kwam Jos in beeld. Dat vinden wij een prachtig voorbeeld van hoe je op een slimme manier je werk kunt vormgeven, doen waar je goed in bent en waar je blij van wordt en de rest loslaten. Dat heeft onze kijk op werk, ambitie en risico’s echt gevormd. Werk moet niet alleen iets zijn wat je doet, het moet bij je passen.
Mama heeft hem zien groeien van die jongen van negentien met een droom, tot de ondernemer die hij nu is, met een prachtig pand op Keizersveld, een plek als marktleider in Nederland en zelfs internationale stappen. Als kind is dat best bijzonder, je vader die naar het buitenland reist voor z’n werk, dat roept bewondering op.
Ondanks zijn succes is hij altijd mensgericht gebleven. Hij ziet de mens achter de klant, achter de collega. En thuis? Thuis is hij gewoon papa. Of Juul. Met wie we lachen, verhalen delen en soms gewoon stil op de bank zitten.
Wat we hem wensen voor de toekomst? Misschien wat meer tijd voor zichzelf. Meer van die momenten die niet in de agenda staan. Maar ook dat hij blijft werken, zolang hij daar energie van krijgt. Zolang hij blijft doen waar zijn hart ligt. Want dat is wat hij ons altijd heeft geleerd.
En het mooiste van alles? Dat we als gezin zo hecht zijn gebleven. Juist dankzij dat ondernemerschap. Het bedrijf was er altijd, maar onze verhalen deden ertoe. Altijd.
Terug naar het overzicht